Roerloos en toch met wind in de zeilen

Landbouw en visserij worden veelal in één adem genoemd. Ze behoren tot de primaire sector, zo leerden we lang geleden in de aardrijkskundeles. Hun oogst en vangst vormen de basis van onze dagelijkse kost. Hoe elementair die ook zijn, ze nestelen zich niet in de hoogste geledingen van de economie. Loeihard fysiek werk, zwaar investeren en dat niet loyaal kunnen valoriseren, maken dat boeren en vissers het niet makkelijk hebben. Niettemin sluit dit niet uit dat hun ongekunstelde gedrevenheid en werkgeluk in het oog springen.

De visserij is een buitenbeentje. Volkswijsheid stelt dat de zee neemt en geeft. Het avontuur lonkt maar schurkt soms ook tegen het noodlot aan. Het succes van de realityreeks Een jaar op zee, waarin televisiemaker Wim Lybaert het leven aan boord van de Vlaamse vissersvloot schetst, illustreert de magie van leven en werken op de golfslag van de zee.

De IJslandvaart waarbij vissers vanaf het einde van de negentiende eeuw voor een zestal maanden met zeilschepen naar de visgronden rond IJsland voeren, lijkt mythisch. De combinatie aan heroïek en tragiek zal daar niet vreemd aan zijn. Maaike Monkerhey las als tiener Geen meiden aan boord van Johan Ballegeer en raakte dusdanig in de ban van het thema dat ze er zelf een verhaal in zag. Haar derde roman bouwde ze op volgens haar vertrouwd concept: ze dompelde zich voor enkele jaren helemaal onder in een boeiende materie – een cultus – en bouwde er een levendige roman rond op, hondstrouw aan de historische context. Op de meest mogelijke en onmogelijke manieren documenteerde ze zich. Ze las zich in, zoals ze het zelf noemt. De boeken van Johan De Potter, IJslandvaart-kenner par excellence, inspireerden voor het decor van de roman. Gesprekken met hem zetten de puntjes op de i. Er is het lief en leed van de stoere zeebonken aan boord; de uitgesproken mannenwereld waar geen plaats is voor doetjes. En er zijn de angsten en twijfels van hen die aan land achterbleven alsmaar wachtend en hopend op een behouden terugkeer. Tussen die twee werelden deinen uiteenlopende emoties. Zeemanslabeur met primitieve middelen, in oncomfortabele omstandigheden, niet zelden vechtend tegen de natuurwetten: de tochten hadden alles van een uitputtende en haast onmenselijke onderneming. Het beklijvende verhaal reconstrueert een geschiedenis waarvan alleen nog de overlevering rest. De volkse toets, de frisse stijl en het vlot leesbare plot liggen helemaal in lijn met de vorige boeken van Maaike. Ze doet de non-fictieroman alle eer aan en weer is het een hybride verhaal, op maat van oudere jongeren en jongere ouderen. Na drie Bibliodroom-boeken kent haar werk een kenmerkende signatuur.

Roerloos werd voorgesteld in het Navigo Visserijmuseum in Oostduinkerke. Het totaal vernieuwde museum laat de bezoeker het vissersleven (her)beleven. De IJslandvaart maakt er onmiskenbaar deel van uit, temeer omdat Noord-Franse reders destijds vissers kwamen ronselen aan de Vlaamse oostkust waar het museum zich situeert. Blikvanger is het imposante skelet van Valentijn, de potvis die in 1989 aanspoelde op het strand van Sint-André in Koksijde bad. Het legendarische zoogdier speelt zo’n verrassende rol in Roerloos dat een bezoek aan het museum een aha-erlebnis wordt.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Wij gebruiken cookies om het aantal bezoeken op deze website te meten -- Meer info