Liefde voor de koers is erfelijk. Als fervent Van Looy-supporter troonde vader Leroy de kleine Fons mee naar Kermiskoersen in en om het Limburgse wielergekke Helchteren. Koers was er heilig, renners groeiden uit tot halfgoden. Rennersprentjes wakkerden het supportersvuur verder aan. Je vond ze bij pakjes kauwgum van Maple leaf of in de toen al begeerde Panini-Albums. Zakgeld kende een bestemming. De eerste koersverzameling een feit.
Het internaat dwarsboomde de droom op wielen. Voetbal en atletiek vormden een waardig alternatief. Knappe studieresultaten stuurden niet aan op een plaats in het wielerpeloton. Pas later zou zelf koersen een passie worden. Steevast bergop dan nog wel. Fons beklom meer dan 1200 cols. Obsessief de top willen bereiken, het heeft iets. Dat straalt ongetwijfeld uit op je professionele loopbaan.
Tijdens zijn job als cabinetard ontpopt koersmilitant Fons Leroy zich in 1994 tot bezieler van de jongerenploeg Vlaanderen 2002. Jongeren met wieler-IQ en voldoende jus in de benen vloeien zo – weg van nepstatuten – in de arbeidsmarkt als aspirant-prof. In dezelfde beweging zet de ploeg het politieke project Vlaanderen 2002 in de verf. Daarmee krijgt het innoverende en ondernemende karakter van de regio een glansrijke uitstraling op wielertruitjes. Tiens, truitjes.
Nadat hij de prentjes, handtekeningen en bidons ontgroeid was, werden die wielertricootjes Fons’ verzamelobject. Zijn truienpeloton omvat zo’n 1200 exemplaren uit 80 verschillende landen. Hij koestert ze in een kraaknette wielerkamer in het gezelschap van een bonte zwerm miniatuurrenners en een omvangrijke wielerboekenbibliotheek. Elk exemplaar keurig onder plastic verpakt, bestickerd met details over het kleinood. Boys and their toys.
Een trui vertelt een verhaal. Dat van de renner die het draagt. Dat van het momentum. Dat van de gebruikssporen. Dat van de sponsors. In het boek Course Couture valt dat alles samen. Fons typeert er 60 renners aan de hand van hun shirt. Toppers net zozeer als verdoken helden uit het peloton. In de petites histoires hoor je het sissen van een aanstormend peloton. Er is het relaas van de iconische gele, groene, witte en zelfs zwarte variant tot een alfabet aan bizarre wetenswaardigheden toe. Dries De Zaeytijd van KOERS. Museum van de Wielersport werkte mee aan de redactie. Zijn collega Diethard Vlaeminck maakte meer dan 200 knappe foto’s van de wieleroutfits. De koersconnaisseurs.
Textiel is mode. De merknaam hoort op te vallen. Kleurrijk. Dat is big sportbusiness. Achter het coureurskostuum schuilt zoveel curiosum. Een sportmarketeer, een sponsor, een designer, fabrikant, een columniste of modebewuste rensters: ze schreven een bijdrage als hitsige fashionista’s. Fons straalt een ongekunsteld enthousiasme uit op zijn netwerk. Nadat hij eerlang de VDAB in goede banen leidde, doet hij dat nu met de VDKB: de Vlaamse Dienst voor Koersbemiddeling. Course Couture bevestigt: de passie houdt nooit op.