16 oktober 2017. Ik heb een afspraak voor een lunch met Francesco Vanderjeugd. Hij wil een boek schrijven. Ervaring heeft me geleerd geen verwachtingen te koesteren voor een kennismakend gesprek. Enkel de sterkte van het verhaal en de klik met de auteur zullen uitmaken of dit al dan niet een Bibliodroom-project wordt. Dat moet blijken uit onze babbel. Nieuwsgierig ben ik wel; politiek interesseert me mateloos en zijn kapper-tot-Vlaams Parlementslid-traject en wat bijhorende faits divers ken ik.
Het duurt even tot hij aan tafel komt. Hij begroet losjes de meeste klanten in het restaurant, breed glimlachend, handjesschuddend. Dit is zonder meer een politicus des mensen. Met een ontwapenende eenvoud vertelt hij honderduit over het bijzondere parcours dat hij aflegde. Geen blufpoker, spierengerol of politieke borstklopperij, maar een verhaal dat zijn oorsprong kent lang voor er van politiek sprake was. Hard werken en daadkrachtig keuzes maken, soms juist dan weer fout, daar gaat het over. Ook de momenten waarop hij zichzelf verloor en moedeloos achterbleef, maken er onverbloemd deel van uit. Net die wil hij in het boek accentueren. Kwetsbaarheid is immers menselijk, zo stelt hij en dat hoort uit de taboesfeer gehaald te worden. De heerlijke lunch gaat enigszins aan me voorbij; de authentieke flair waarmee hij spreekt is eten en drinken. We zijn het erover eens: vanaf hier werken we samen aan een waarde(n)vol boek. Al staat er nog geen letter op papier, de titel heeft hij al: Burgemeester met een beugel. Ik twijfel.
In een aantal korte – maar krachtige – gesprekken stemmen we af over de concrete inhoud. Het wordt heel bewust geen politiek boek. Elke toets van sensatie willen we vermijden, ook al moeten sommige zaken er staan zoals ze zijn. Confronterend. Zoveel emotie openhartig in een boek, da’s elk woord wikken en wegen. De dag waarop ik een eerste manuscript becommentarieerd heb, krijg ik van een journaliste de vraag of ik er weet van heb dat Francesco opgenomen is in het ziekenhuis. Neen dus. Dezelfde avond leest hij live op Facebook een verklaring voor over hoe hij energieloos gestrand is. Slik. Iets zegt me dat dit deel moet uitmaken van het boek. Niks liet toen vermoeden dat dit het eerste hoofdstuk zou worden.
In zijn verhaal wisselen passages van immens verdriet en uitbundige vreugde met elkaar af. Zijn levensloop laveert soms onhandig tussen die beide, al meer dan drie decennia lang. De ene keer bulkt hij van daadkracht, een andere keer wordt hij door emoties knock-out geslagen. Ik suggereer als titel Krachtig en broos. Het fragiele maakt heel subtiel deel uit van wie hij is, daarmee passend omgaan – erover spreken en schrijven ook – vormt zijn kracht. Na grondig overleg blijft hij bij de titel die hij bij ons eerste gesprek al in gedachten had. Ik volg hem. Het moest zijn boek worden en dat is het intussen ook geworden.
Grappend vraag ik hem of ik later ook zijn politieke memoires mag uitgeven. Hij gaat meteen volmondig akkoord. Uit hoe ik hem leerde kennen, heb ik nu al een titel klaar: Ongekunsteld Onbevlogen Onnavolgbaar. Maar het mag best ook wel de titel zijn die hij verkiest.