Kuurne, altijd dorp van de koers

Als februari uitdeint, ontwaakt de koers uit zijn winterslaap. Het moddergeploeter van de cyclocross heeft dan enkele maanden de voogdij van het wielrennen overgenomen. Intussen reisden elite-wegrenners af naar zonniger oorden om zich op een nieuw wielerseizoen voor te bereiden. Ploegleiders, dokters, osteopaten, diëtisten en mecaniciens: de complete equipe zet er zich op scherp onder het analyserende oog van een gevolg journalisten. Als de coureurs terugkeren met een eerste laagje bruinen-mét-zon, wenkt het openingsweekend. Niet zelden herinneren de contrasterende weersomstandigheden in de Vlaanders eraan dat koersen iets voor flandriens is. Wielerfans willen vanaf dan alleen maar dolen tussen de ploegbussen of het peloton voorbij horen roetsjen op de tonen van claxonnerende volgwagens.

Ze zin doa!, dat is het boek dat bij Bibliodroom verschijnt naar aanleiding van de 75e editie van Kuurne-Brussel-Kuurne. De titel verwijst naar de West-Vlaamse riedel die weerklinkt wanneer de renners in zicht komen. Veeleer dan een compleet overzicht mikt dit hebbeding op het opmerkelijke DNA van KBK. Niet één auteur schreef het verhaal, maar een keur aan spitse wielerpennen. Zij benaderen de koers allerminst chronologisch dan wel vanuit die thema’s en curiositeiten die Kuurne zo uniek maken.

Aan memorabele momenten geen gebrek. Het zondagskind van het openingsweekend mocht al meerdere keren knokken voor de prominente plaats op de wielerkalender. Kalenderconcurrentie da’s altijd kwelling. En dat is ook een slecht getimede sneeuwbui. De eerste rechtstreekse uitzending op televisie zorgde voor een exponentieel groeiende uitstraling en dito kopzorgen. Er zijn de venijnige Henegouwse heuveltjes met lyrische namen die wel eens de kaarten van het wedstrijdverloop door mekaar schudden. Wielerpaus Patrick Lefevere wint er in 1978 na een gedesoriënteerde passage in de achtervolging. Renners horen de kleine lettertjes in de boekhouding van de wielersport te kennen – dat wist de bolleboos toen al. Onmiskenbaar is er de biotoop: koers is kermis in Kuurne – ook lang nadat het de kermiskoers ontgroeid is. De ezelgekte gaat helemaal door het dak want het dorp viert dit jaar zijn 900e verjaardag. Soms lijkt het of het pluche ezeltje voor de winnaar meer begeerd is dan het prijzengeld. Net dat soort verhalen maakt dat de koers niet zelden leest als een roman.   

KBK ontsproot eind de jaren 1800 in de schoot van véloclub Zonder Kommer. De hedendaagse organisatie kan het niet zo kommerloos meer aanpakken. Veiligheid is prioriteit, het budget moet bewaakt én de lat mag best permanent boven de middelmaat liggen. Zo elite de renners, zo chic de koers. Professionaliseren kent ook marginal gains. Het rode truitje van de organisatoren symboliseert niet alleen de eindeloze passie voor de koers maar net zozeer de vurige bloedband die hen verbindt om een jaar lang te focussen op de Zalige Hoogdag. Koersgoden, wees hen genadig. Ruim duizend vrijwilligers dragen hun steentje bij – vaak voor niets meer dan een broodje met doordeweeks beleg. Een hommage aan de Ridders van de Helpende Hand vindt een dankbare plek in dit boek. Het is een uniek en zeldzaam hoofdstuk in de wielerliteratuur.

Na Koolskamp Koers, E3 Harelbeke en Dwars door Vlaanderen is dit het vierde Bibliodroom-boek over een wielerwedstrijd. Niks zo schoon als emotie op groot en klein verzet.   

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Wij gebruiken cookies om het aantal bezoeken op deze website te meten -- Meer info