In de zware kleigrond van de Westhoek sopt de tristesse van de Eerste Wereldoorlog. Als een ruwe wake-upcall stoot men er van tijd tot tijd op achtergebleven munitie en niet-ontplofte explosieven. Boven de uitgestrekte akkers en weiden hangt een mist van herinnering. Meer dan honderd jaar na datum trekt die nog steeds niet op. Minutieus onderhouden soldatenkerkhoven en oorlogsmonumenten liggen verspreid in de hele regio. Jonge mensen zijn er versteend tot een gebeitelde naam. Zo moet de relikwie van de wreedheden bewaard blijven om toekomstige generaties van herhaling te vrijwaren.
Geert Spillebeen doorkruist jaren geleden de streek met z’n BMW-motor. Het suizen van zo’n 1200cc laat je helemaal opgaan in de omgeving. Hij raakt in de ban van de streek. Zijn journalistieke instinct en liefde voor taal doen de rest. Geert schrijft een tiental romans waarvoor ’14-’18 het decor vormt en baseert zich daarvoor op historische feiten. Age 14 over de jongste soldaat die in WO I sneuvelt, is zijn bekendste boek. Het wordt in het Engels vertaald, net als Kiplings choice waarmee hij in de Verenigde Staten drie literaire prijzen wint. Hij is een van de eerste auteurs die de tragiek van de Groote Oorlog op maat van jongeren weet te vertalen. Het is een onmiskenbare verdienste om de jeugd zo dicht bij de vier gruwelijke jaren in Vlaamse velden te brengen. Al moet gezegd dat zijn boeken de leeftijdsindicatie overstijgen.
In diezelfde stijl typeert het pas verschenen Zeventien drie markante figuren in Vlaamse velden in het turbulente jaar 1917. Nellie Spindler is een verpleegster uit het Noord-Engelse Yorkshire. Haar werkterrein is een veldhospitaal tijdens de legendarische Slag van Passendale en Ieper. Ze sneuvelt als ze 26 is, geraakt door een Duitse granaat. Als enige vrouw ligt ze tussen tienduizend mannen begraven op Lijssenthoek Cemetery in Poperinge. Werner Voss is gevechtspiloot en bevriend met zijn legendarische collega Manfred von Richthofen – De Rode baron. In nauwelijks tien maanden oorlog haalt hij 48 vliegtuigen neer. Amper 20 jaar oud stort hij in 1917 te pletter tijdens een woelig luchtgevecht. Hij rust in het Kameradengraf op Duitse militaire begraafplaats in Langemark. Francis Pegahmagabow staat bekend als de meest beruchte sluipschutter van WO I. De Canadees is een Native American of First Nations zoals we de indianen nu noemen. Hij overleeft Flanders Fields, maar belandt als oorlogsheld in armoede. Het belet hem niet om later nog hoofd van de Native Americans te worden.
Miljoenen mensen lieten het leven in dit bloedig conflict. Hun dood diende tot niks. Voor de huidige generaties is het slechts één ijkpunt op de tijdslijn van een wereldgeschiedenis die bulkt van memorabele momenten. Grootouders en ouders die dit meemaakten en doorvertellen zijn uitgestorven. Precies daarom zijn de verhalen van Zeventien treffend en waardevol. Vereeuwigde namen liggen uitgezaaid in de hele frontstreek. Achter elke naam schuilt het verhaal van een beroofd bestaan. Geert Spillebeen weet als geen ander de historiek met de nodige nuance te schetsen. Er is de mens in de militair en de militair in de mens. Niet alles valt te begrijpen, soms kunnen we hoogstens lezen, vaststellen en hopen dat de les uit de geschiedenis de toekomst aanstuurt.